- afsplitsen
- {{afsplitsen}}{{/term}}I 〈overgankelijk werkwoord〉1 [door splitsen afscheiden] split off 〈ook elektronen〉II 〈wederkerend werkwoord; zich afsplitsen〉1 [met betrekking tot wegen/leidingen] split (off) ⇒ branch off2 [met betrekking tot personen] split off ⇒ splinter off 〈voornamelijk groepen〉, secede 〈religie〉
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.